Jurisprudentie
BD8737
Datum uitspraak2008-07-23
Datum gepubliceerd2008-07-28
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers70098 / HA ZA 07-2311
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-07-28
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers70098 / HA ZA 07-2311
Statusgepubliceerd
Indicatie
Letselschade kan op basis van nadere stukken, zonder benoeming deskundige, worden begroot.
Uitspraak
RECHTBANK DORDRECHT
Sector civiel recht
zaaknummer: 70098 / HA ZA 07-2311
vonnis van de enkelvoudige kamer van 23 juli 2008
in de zaak van
[eiser],
wonende te Gorinchem,
eiser,
procureur: mr. P.A. Visser,
tegen
[gedaagde],
wonende te Gorinchem,
gedaagde,
procureur: mr. G.O. Groeskamp.
Partijen worden hieronder aangeduid als [eiser] en [gedaagde].
1. Het procesverloop
De rechtbank heeft kennis genomen van de volgende processtukken:
tussenvonnis van 2 januari 2008 en de daarin genoemde stukken,
akte met producties van [eiser];
akte van [gedaagde].
2. De verdere beoordeling
2.1 In het tussenvonnis is de zaak naar de rol verwezen teneinde partijen in de gelegenheid te stellen nader in te gaan op de oorzaak van de gestelde arbeidsongeschiktheid, de expertise en de persoon van een eventueel te benoemen deskundige en de aan deze voor te leggen vragen.
2.2 Vast staat dat [eiser] niet heeft gewerkt in de periode van 19 januari 2004 tot 19 januari 2006 (de periode waarover hij aanspraak maakt op schadevergoeding) wegens arbeidsongeschiktheid.
2.3 De stelling van [eiser] dat hij door de mishandeling een vast contract bij Nestlé is misgelopen, heeft hij onvoldoende onderbouwd. Uit de door [eiser] overgelegde verklaring van de heer [manager Nestlé], manager bij Nestlé blijkt dat [eiser] goed werk leverde maar dat hij (nog) niet voor een vast contract in aanmerking kwam omdat zijn beheersing van de Nederlandse taal onvoldoende was. Deze omstandigheid is geheel aan [eiser] toe te rekenen en staat los van de door [gedaagde] gepleegde onrechtmatige daad.
2.4 Evenmin heeft hij voldoende onderbouwd dat hij uitsluitend ten gevolge van de onrechtmatige daad van [gedaagde] twee jaar niet heeft kunnen werken. Uit het door [eiser] overgelegde rapport van de verzekeringsarts blijkt dat [eiser] door zijn persoonlijkheidsstructuur en stemmingsproblematiek een zeer labiel bestaan heeft, waarin tegenslagen gemakkelijk tot emotionele ontsporingen kunnen leiden.
2.4 Het feit dat hem geen vaste baan is aangeboden, terwijl hij wel goed werk leverde is ongetwijfeld als een zware tegenslag aan te merken. Deze omstandigheid moet echter aan [eiser] worden toegerekend, omdat het tekortschieten van zijn kennis van de Nederlandse taal hiervan de oorzaak is.
De onrechtmatige daad van [gedaagde] is eveneens als een tegenslag in de hiervoor bedoelde zin aan te merken.
2.5 De mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot deze schade 9verlies aan verdienvermogen) hebben bijgedragen wordt gesteld op 90% aan [eiser] zelf toe te rekenen omstandigheden en 10% aan [gedaagde] toe te rekenen omstandigheden. Hierbij is enerzijds in aanmerking genomen dat het lichamelijk letsel beperkt is gebleven, maar anderzijds dat [gedaagde] een psychisch minder sterke persoon heeft geslagen, zo blijkt uit de verschillende over [eiser] overgelegde rapporten, hetgeen voor zijn ([gedaagde]’) rekening dient te blijven.
2.6 Gelet op vorenstaande is terzake verlies aan verdienvermogen toewijsbaar een bedrag van € 575,18. De immateriële schade wordt, gelet op hetgeen in het tussenvonnis en hiervoor is overwogen begroot op € 300,--. Terzake beschadigde kleding is reeds beslist dat € 150,-- wordt toegewezen. Het expertiserapport geeft aan dat nog onderzocht moet worden in hoeverre de vaste aanstelling bij Nestlé een reële verwachting was. Van onjuiste uitgangspunten is niet gebleken; het rapport noemt ook de hiervoor genoemde psychische gesteldheid van [eiser]. De belangrijkste schadepost heeft de expert evenwel -naar onbetwist is- juist uitgerekend. In zoverre is het rapport bruikbaar geweest ter vaststelling van de schade en zijn deze kosten (€ 1.340,13) eveneens toewijsbaar. In het tussenvonnis is reeds overwogen dat de buitengerechtelijke kosten worden afgewezen.
In totaal wordt toegewezen:
€ 575,18 verlies aan arbeidsvermogen,
€ 300,-- immateriële schadevergoeding,
€ 150,-- schade aan kleding,
€ 1.340,13 + expertisekosten,
€ 2.365,31
2.7 De wettelijke rente wordt als onbetwist toegewezen.
2.8 Aangezien elk van partijen op enige punten in het ongelijk is gesteld, worden de proceskosten gecompenseerd.
5. De beslissing
De rechtbank:
veroordeelt [gedaagde] om tegen kwijting aan [eiser] te betalen een bedrag van € 2.365,31, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.025,18 vanaf 6 september 2005 en vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.340,13 vanaf 18 november 2005;
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de proceskosten in die zin dat elk van partijen de eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Halk en bij vervroeging uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 23 juli 2008.